Persbericht

Frans-Belgische gemeenschappelijke verklaring van 1 februari 2016: “Het Frans-Belgisch partnerschap inzake antiterrorisme versterken”

De eerste ministers van de Franse Republiek en het Koninkrijk België, Manuel Valls en Charles Michel, in het bijzijn van hun ministers van Binnenlandse Zaken, Bernard Cazeneuve en Jan Jambon, en hun ministers van Justitie, Jean-Jacques Urvoas en Koen Geens, zijn vandaag samengekomen in Brussel op uitnodiging van België. Ze zijn zeer verheugd over de vriendschap tussen Frankrijk en België, alsook over de uitstekende samenwerking tussen onze twee landen inzake binnenlandse veiligheid en de strijd tegen het terrorisme.

In een context van nieuwe en ernstigere terroristische dreigingen die wegen op onze twee landen, na onder meer de aanslag op het Joods Museum in Brussel in mei 2014 en na de aanslagen in Parijs in januari en november 2015, hebben de twee eerste ministers beslist om de samenwerking tussen onze twee landen nog meer te versterken om vastberaden het terrorisme te bestrijden en te overwinnen.

Daartoe hebben de twee regeringen de volgende maatregelen genomen:

 

  1. Politiesamenwerking en samenwerking tussen de inlichtingendiensten

Na de aanslagen die België in 2014 zwaar hebben getroffen, en Frankrijk in 2015, herbevestigen de twee landen hun intentie om hun politiesamenwerking verder te zetten en op te drijven door de gerichte uitwisselingen tussen de binnenlandse veiligheidsdiensten te versterken.

Om de gewelddadige acties die geradicaliseerde individuen mogelijk willen plegen in een van de twee landen of in een ander land van de Europese Unie te voorkomen, op te sporen en beter te bestrijden, zijn Frankrijk en België vastbesloten om ten volle gebruik te maken van de bestaande bilaterale en Europese tools en om de informatie-uitwisseling tussen hun diensten te versterken.

De twee landen zijn zich ervan bewust dat het noodzakelijk is de mogelijkheden van het Schengen-informatiesysteem (SIS) of zo goed mogelijk te benutten. Daarom verbinden de beide landen zich ertoe het SIS systematisch aan te vullen met alle gegevens, van gerechtelijke aard of afkomstig van de inlichtingendiensten, met betrekking tot personen die een terroristische bedreiging zouden kunnen vormen.

De twee partijen zijn overtuigd van de operationele meerwaarde van het Europol Focal Point over de “FP Travellers” en verbinden zich er dan ook toe dit werkbestand systematisch aan te vullen. De oprichting door Europol van het nieuwe centrum voor de strijd tegen het terrorisme moet bijdragen aan een substantiële verbetering van de informatie-uitwisseling in de EU.

De beide landen benadrukken ook dat het belangrijk is om de interoperabiliteit van de Europese informatiesystemen (SIS, VIS etc.) snel te verzekeren om de veiligheidscontroles, onder meer aan de grenzen, efficiënter te maken.

Daarnaast benadrukken de beide partijen dat het belangrijk is, in het bijzonder aan de buitengrenzen, de houders van vervalste, nagemaakte en verduisterde reisdocumenten op te sporen. Daarom komen ze overeen dat het noodzakelijk is de databank SLTD van Interpol betreffende verloren of gestolen reisdocumenten aan te vullen.

De twee partijen herbevestigen hun gehechtheid aan het Schengenacquis, dat het principe van het vrije verkeer in een ruimte van versterkte veiligheid bekrachtigt. Ze willen de bepalingen van de akkoorden van Doornik II optimaal benutten en roepen op om ten volle gebruik te maken van de instrumenten voor de gerechtelijke en politiesamenwerking ingevoerd in de Europese Unie en verbinden zich ertoe hun bilaterale samenwerking, met inbegrip van de grensoverschrijdende samenwerking, te verdiepen om de verplaatsingen van individuen die een bedreiging vormen voor de veiligheid te kunnen opsporen en te vermijden door de invoering van gezamenlijke controleoperaties op de toestromen via de weg en via het spoor.

De beide partijen komen overeen om te werken aan de optimalisering van de bestaande grensoverschrijdende instrumenten die relevant kunnen zijn in de strijd tegen het terrorisme, en meer bepaald de werking van het CPDS, de gemeenschappelijke radiofrequenties, de LAPI/ANPR-systemen, alsook de kwestie van de grensoverschrijdende achtervolgingen.

Frankrijk en België zullen hun overleg met Nederland en Duitsland inzake de beveiliging van de treinen en stations van het Thalys-netwerk verderzetten.

Op het vlak van de samenwerking tussen de inlichtingendiensten bevestigen Frankrijk en België de goede bilaterale samenwerking en zullen ze de inspanningen blijven steunen om de informatie-uitwisseling tussen Europese inlichtingendiensten betrokken bij de problematiek door middel van de gepaste tools te optimaliseren.

 

  1. Gerechtelijke samenwerking

 

De beide landen verbinden zich ertoe actief samen te werken om de gerechtelijke samenwerking tussen onze twee landen nog te verbeteren.

De twee landen zijn overtuigd van het operationele nut van gezamenlijke Frans-Belgische onderzoeksteams, en meer bepaald het team dat werd opgericht na de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, dat zijn nut heeft bewezen en al zeer goede resultaten boekt. Frankrijk en België willen dan ook nog vaker een beroep doen op dit team om de identificatie en de aanhouding van plegers van terroristische daden op de beide grondgebieden mogelijk te maken.

Om een al zeer nauwe en efficiënte gerechtelijke samenwerking nog te versterken, kondigt het Frans Ministerie van Justitie ook de oprichting van een post van verbindingsmagistraat in België aan. Deze magistraat, die de schakel zal zijn tussen de gerechtelijke autoriteiten van de twee landen en tussen hun ministeries van Justitie, zal als taak hebben de onderlinge hulp tussen de twee landen nog vlotter te laten verlopen, de kennis van hun juridische en gerechtelijke systemen uit te diepen en de aangetoonde efficiëntie van de institutionele-relatiekanalen te doen toenemen.

Om onze gerechtelijke samenwerking te vergemakkelijken en om het strafrechtelijk antwoord aan te passen aan de evolutie van de dreiging, zullen de ministers van Justitie zich bovendien informeren over de belangrijkste wetgevende ontwikkelingen in de sector van onder meer het materieel strafrecht en van de strafvordering in de beide landen. Frankrijk en België verbinden zich er bovendien samen toe om binnen de Europese instellingen aan te tonen dat een zo breed mogelijke harmonisatie van de rechtsregels die de efficiëntie van de onderzoeken versterken en die de vervolging en de veroordeling van de plegers van terroristische daden voor de rechtsgebieden van de lidstaten van EU mogelijk maken, noodzakelijk is.

De twee landen verbinden zich er bovendien toe gezamenlijke standpunten inzake de samenwerking met de belangrijkste telefonie- en internetproviders en inzake de harmonisatie van de Europese wetgevingen in dit domein aan te moedigen. De magistraten en onderzoekers krijgen namelijk te maken met de toenemende problemen om toegang te krijgen tot de communicatiegegevens die het voorwerp uitmaken van steeds complexere en schadelijkere vormen van encryptie en de aanhouding van de plegers van terroristische daden. In feite, moet de samenwerking tussen de internetproviders, vaak gevestigd in het buitenland, worden verbeterd om de informatie over de nodige communicatie in de onderzoeken sneller te verkrijgen. De beide landen zullen zich informeren over de bestaande wetten en over de voorbereiding en de stand van zaken van de samenwerking van de belangrijkste dienstverleners.

 

  1. Strijd tegen radicalisering

 

In het licht van de constante evolutie van de terroristische dreiging verbinden onze beide landen zich ertoe hun samenwerking te versterken om de veiligheid van de burgers te verzekeren en gewelddadig extremisme te bestrijden.

Onze beide landen zijn begaan met de eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting en met de eerbiediging van de fundamentele waarborgen en bevestigen in dat opzicht dat misbruik van het internet om haatdragende en gewelddadige boodschappen te verspreiden resoluut moet worden bestreden. Ze verbinden zich er bovendien toe de meest gunstige omstandigheden te scheppen opdat de Belgische en Franse diensten in alle transparantie informatie zouden kunnen uitwisselen binnen dit domein.

Beide partijen benadrukken de werkzaamheden op Europees niveau omtrent de dialoog met de grote internetproviders en roepen op tot concrete engagementen en resultaten inzake het opsporen en verwijderen van ongeoorloofde inhoud.

Frankrijk en België verbinden zich ertoe samen te werken om gemeenschappelijke communicatiestrategieën in te voeren met als doel terroristische gedachten tegen te gaan, onder meer door ten volle gebruik te maken van de beschikbare middelen binnen het SSCAT (Syrian strategic communication advisory team). Ze verbinden zich er ook toe samen hun nationale strategieën voor het bestrijden van radicaliseringsfenomenen uit te werken en te verbeteren, door zich onder meer te baseren op de uitwisselingen op Europees niveau binnen het RAN (Radicalisation awareness network).

Er zal worden gezocht naar alle mogelijke acties om tolerantie, non-discriminatie, de fundamentele vrijheden en solidariteit te bevorderen.

België en Frankrijk zullen gemeenschappelijke projecten uitwerken die door de Europese instellingen zouden kunnen worden gefinancierd.

 

4. Overleg op Europees niveau

In het beleidsdomein “Justitie – Binnenlandse Zaken” verbinden de beide partijen zich ertoe om voortdurend gelijklopende standpunten te vinden.

Onze beide landen stellen vast dat de consequente inspanningen die al op Europees werden geleverd niet volstaan en verbinden zich ertoe om samen met de Europese Commissie de operationele en juridische voorzieningen te versterken die het mogelijk maken de verplaatsingen van mensen die een bedreiging vormen voor de veiligheid van onze landen en onze burgers, en die de buitengrenzen van de Europese Unie oversteken of hebben overgestoken, te identificeren en in het oog te houden.

De beide partijen juichen het akkoord over de richtlijn betreffende het “Europese PNR” toe en verbinden zich ertoe hun nationaal dispositief zo snel mogelijk te ontwikkelen en snel uit te voeren in alle lidstaten, met inbegrip van, aangezien zij zich ertoe hebben verbonden binnen de Raad, de vluchten binnen de EU en de chartervluchten.

De twee landen vragen dat deze uitvoering regelmatig wordt opgevolgd op Europees niveau. De beide partijen herbevestigen hun wil om de grensdoorgangen vlotter te doen verlopen. Ze benadrukken het respect voor de fundamentele vrijheden en hun strenge eisen om de veiligheid te versterken. Ze herbevestigen de noodzaak om het voorstel tot wijziging van artikel 7-2 van de Schengengrenscode snel goed te keuren, onder meer om systematische en verplichte buitengrenscontroles in te voeren, ook wanneer het gaat om mensen die zich vrij kunnen verplaatsen. De beide partijen verbinden zich ertoe hun steun te verlenen aan de voorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot de invoering van het “entry & exit”-systeem en aan de ontplooiing van het project “slimme grenzen”, dat ook van toepassing zal zijn op mensen die zich vrij kunnen verplaatsen.

Wat de wapenhandel betreft, zijn we vastberaden om nog nauwer samen te werken met het Europees parlement en met al onze partners om snel tot een akkoord te komen over de herziening van Richtlijn 91/477 inzake vuurwapens, om het toepassingsgebied van de richtlijn uit te breiden tot geneutraliseerde en blanke wapens, de traceerbaarheid van de wapens op het Europees grondgebied te verbeteren, een gemeenschappelijk markeringssysteem goed te keuren en de omkadering van de verkoop van wapens op het internet te versterken.

Wat de prioriteiten van de EU inzake gerechtelijke samenwerking betreft, menen Frankrijk en België dat het noodzakelijk is om:

- snel vooruitgang te boeken wat de harmonisering van terroristische misdrijven betreft, op basis van het nieuwe voorstel van EU richtlijn;

- nauw overleg te plegen met de lidstaten om de grensoverschrijdende toegang tot de communicatiegegevens via internet in gerichte onderzoeken te verbeteren, ook door een betere samenwerking met de internetproviders en met de Verenigde Staten;

- vaker  een beroep te doen op de gemeenschappelijke onderzoeksteams.

We werken ook samen aan het versterken van de controle van de buitengrenzen van de Europese Unie. We steunen de snelle goedkeuring van het voorstel van de Europese Commissie over de invoering van een Europese grens- en kustwacht waaraan Frankrijk en België ten volle zullen bijdragen door onder meer een permanente poel aan grens- en kustwachten ter beschikking te stellen, die over meer bevoegdheden zullen beschikken.

Bovendien herhalen we, in het verlengde van de samenwerking die we tot stand hebben gebracht in het kader van de controle van onze gemeenschappelijke grenzen, dat we vastberaden zijn om vreemdelingen die een bedreiging vormen voor de openbare orde en voor onze burgers, te verwijderen, overeenkomstig het recht van de EU en de bilaterale akkoorden die we hebben gesloten. België en Frankrijk zullen bovendien regelmatig informatie uitwisselen in verband met de migratiestromen rond en naar hun grensoverschrijdende zone.

Tot slot wachten we met de grootste belangstelling op het actieplan dat de Commissie moet goedkeuren inzake de strijd tegen de financiering van het terrorisme en roepen we op om, op grond hiervan, de inspanningen en de werkzaamheden in dit domein sneller te laten verlopen.