Minister van Justitie Koen Geens en eerste minister Charles Michel maken samen werk van de oprichting van een internationale Engelstalige handelsrechtbank in Brussel. Die rechtbank, die Brussels International Business Court (BIBC) zal heten, zal internationale handelsgeschillen tussen bedrijven behandelen. Tot op heden moesten bedrijven die een geschil in het Engels wilden afhandelen naar Londen trekken of beroep doen op private arbitrage. De rechtbank zal dan ook een primeur zijn voor een niet-Engelstalig land. De oprichting van de BIBC komt er onder meer door de niet te ontkennen toename van het internationale handelsverkeer de laatste tientallen jaren. In die wereld in Engels de voertaal. Dat vertaalt zich onder andere in steeds meer Engelstalige contracten. Maar die Engelstalige context vraagt ook een Engelstalige rechtbank die tussenbeide kan komen bij eventuele geschillen. In België hebben we tot nu toe enkel Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken, wat niet efficiënt is in de internationale context. Het gaat niet op Brussel uit te bouwen tot een draaischijf van het internationale zakenleven, terwijl de betrokken actoren hun rechtsgeschillen alleen via arbitrage of in het buitenland kunnen laten beslechten. Dankzij de Brussels International Business Court zullen onderneming en Brussel terecht kunnen voor geschillen met een andere onderneming of tussen een hoofdzetel en een Belgische vestiging onderling. Verwacht wordt dat de nakende Brexit die geschillen enkel maar zal doen toenemen. Diezelfde Brexit zorgt er overigens ook voor dat beroep doen op een rechtbank in Londen niet langer een evidente optie zal zijn. Zowel de behandeling als het vonnis zullen in het Engels zijn. Snel en efficiënt Als het tot een procedure komt dan zal die door het gespecialiseerde karakter van de BIBC snel en efficiënt kunnen verlopen. Want in de BIBC zullen lekenrechters zetelen die geselecteerd worden uit experts in de materies die de BBIC zal behandelen. Die specialisatiegraad moet leiden tot een snelle en deskundige rechtspraak waar geen beroep tegen mogelijk is. Een procedure bij de Brusselse internationale handelsrechtbank zal altijd een vrijwillige beslissing zijn, met een akkoord van beide partijen. De BIBC zal tenslotte de openbare middelen niet belasten en zelfbedruipend zijn. Mede door het substantiële inschrijvingsgeld dat beide partijen zullen moeten betalen om een procedure op te starten. Het wetsontwerp is vandaag in tweede lezing goedgekeurd door de Ministerraad. Koen Geens: ‘Het gerechtelijk apparaat is er niet enkel om de basisrechten van de burger en onze maatschappij te beschermen. Evengoed kan het als katalysator dienen voor onze ondernemingen en bij uitbreiding de economie. Zo werken we onder andere hard aan de hervorming en modernisering van het vennootschapsrecht. Dat moet ons concurrentievermogen zowel Europees als internationaal versterken. En daar past ook de oprichting van de BIBC in. Deze internationale handelsrechtbank zal Brussel nog aantrekkelijker maken voor ondernemers en investeerders en zal de reputatie van de stad -en zo ook België- versterken.” |