Parlementaire vragen

Antwoord op parlementaire vragen over de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad

 

Alleen het gesproken woord telt.

 

Ik dank u voor uw vragen, ik zal ze zo dadelijk beantwoorden.

Maar zoals altijd wil ik van de gelegenheid gebruik maken om alle Belgen te bedanken voor de grote inspanningen die ze nu al een maand doen. Ik begrijp de problemen, het gevoel van eenzaamheid en ook de frustraties die deze situatie met zich meebrengt.

Maar toch is het respecteren van de maatregelen essentieel om levens te redden. De inspanningen zijn niet tevergeefs. Integendeel, ze zorgen ervoor dat de gezondheidssituatie verbetert.

Zo blijkt uit informatie van Sciensano dat het aantal nieuwe ziekenhuisopnames voor Covid-19 sinds de week van 6 april licht is gedaald. De opnames op de intensive care lijken sinds 3 april ook een plateau te hebben bereikt. Dat zijn bemoedigende signalen, maar dat betekent niet dat we de teugels mogen vieren.

Ik weet dat sommige mensen het wat beu worden. Dat ze soms wat minder hun best doen. En we merken dat non-conform gedrag toeneemt.

We verlangen allemaal naar onze vrijheid. Naar samen zijn met onze geliefden en vrienden. Naar een enigszins normaal levensritme.

 

Maar, en we moeten dit herhalen, het is nu dat onze inspanningen levens kunnen blijven redden, de meest kwetsbaren onder ons kunnen blijven beschermen.

Ik denk in het bijzonder aan onze ouderen, die nog kwetsbaarder zijn geworden. Zoals u weet, want we praten er genoeg over, is de situatie in rust- en verzorgingstehuizen zeer moeilijk.

En ik wil meteen al herhalen dat wij willen blijven samenwerken met de gemeenschappen en de gewesten om deze noodsituatie het hoofd te bieden, zoals we dat ook hebben gedaan met de terbeschikkingstelling van het personeel van Defensie.

Op dezelfde manier zal de verhoogde testingcapaciteit worden gebruikt om alle bewoners en het verplegend personeel in de rusthuizen de komende drie weken te testen.

En de resultaten van deze tests zouden de rusthuizen in staat moeten stellen om hun maatregelen te versterken om de verspreiding van het virus te voorkomen, wat ze al hebben gedaan, maar ook om zo meer levens redden.

En ze zullen het ook mogelijk maken om de dagelijkse rapportering over het aantal sterfgevallen in België te verfijnen.

Want we moeten, hoewel het belangrijk is om zo transparant mogelijk te zijn, eerlijk zijn in onze cijfers. Zo blijkt uit de analyse van de eerste tests dat van alle geteste mensen met symptomen in rusthuizen 48% definitief covid-bevestigd is, terwijl de in rust- en verzorgingstehuizen geregistreerde sterfgevallen in onze analyse zijn opgenomen, ongeacht of ze dus bevestigd of verdacht zijn. U begrijpt uiteraard dat dit de cijfers verhoogt.

Dit gezegd zijnde, is het altijd moeilijk om het in dit soort omstandigheden over cijfers te hebben.

Omdat een leven een leven is, en een sterfgeval blijft een drama, of je nu overlijdt aan covid of aan iets anders.

 

Wat de Nationale Veiligheidsraad betreft, daar is, in overleg met de ministers-presidenten beslist dat de maatregelen die we op 12 maart hebben genomen, verlengd zullen worden tot en met 3 mei.

Ik herinner u eraan dat deze maatregelen bedoeld zijn om de verspreiding van het virus te vertragen, niet om het te stoppen. Dat is helaas onmogelijk. Er is op dit moment geen vaccin tegen covid-19, en er bestaat ook geen wondermiddel. 

We moeten ook aanvaarden dat een nulrisico niet meer bestaat. Het bestaat nooit in feite, maar nu minder dan vroeger. Het risico is er, en dat zal nog een aantal weken zo blijven. We moeten er zo goed mogelijk mee omgaan door het juiste evenwicht te vinden tussen wat mag en wat tijdelijk niet meer mag, en intussen altijd waken over de mensen die het meest kwetsbaar zijn.

Om deze periode met inperkingsmaatregelen draaglijker te maken, hebben we inderdaad beslist om wat versoepeling toe te laten. Een beetje zuurstof zeg maar, in een heel moeilijke situatie voor iedereen.

  • Zo kunnen tuincentra en doe-het-zelfwinkels hun deuren opnieuw openen, onder dezelfde voorwaarden als voedingswinkels, dus met respect voor de veiligheidsafstand.
  • En vooral zullen inderdaad de bewoners van woonzorgcentra en van instellingen voor mensen met een beperking, bezoek kunnen krijgen van één vooraf aangeduid persoon.

Het valt niet te ontkennen dat langdurig isolement gevolgen heeft voor het psychologisch welzijn van mensen, en vooral van mensen die al heel kwetsbaar zijn. Mensen kunnen ook sterven van eenzaamheid.

Die psychologische impact is ons al meerdere keren gemeld van op het terrein. Het was dus belangrijk om daar een antwoord op te formuleren.

En ik hoor ook de bezorgdheden van de sector. En ik begrijp ze. Daarom zullen wij morgen een Overlegcomité hebben dat zich over deze kwestie zal buigen.

Maar ik herinner eraan dat deze bezoeken een mogelijkheid zijn, en geen verplichting voor de rusthuizen. Deze laatste kunnen natuurlijk zoveel tijd nemen als ze nodig achten om deze bezoeken te organiseren. En ik herinner eraan, voor degenen die het misschien vergeten zijn, dat deze beslissing in de Nationale Veiligheidsraad werd genomen. Dat betekent in onderling overleg - in overleg - met de ministers-presidenten van alle gewesten en gemeenschappen. Dat betekent dus dat Vlaanderen, Wallonië, Brussel, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap het allemaal eens waren met dit voorstel.

Ik wil er ook op wijzen dat de beslissing om bepaalde maatregelen te versoepelen geenszins een versoepeling van de basisrichtlijnen betekent. Deze blijven ongewijzigd tot 3 mei en moeten verplicht worden nageleefd.

Op 24 april zal een nieuwe Veiligheidsraad worden gehouden om de toekomst nader te bespreken.

En we hebben allemaal vooruitzichten nodig, dat is zo. Die vooruitzichten zijn essentieel als we vastberaden willen blijven om deze crisis - bij voorkeur samen - het hoofd te bieden.

Maar men moet begrijpen dat perspectief niet synoniem kan zijn, niet langer synoniem kan zijn, met de garantie van een duidelijk of strak tijdschema. 

Onze beslissingen zullen worden genomen naargelang de evolutie van de verspreiding van het virus, en ze zullen op deze manier verder worden genomen. De bedoeling zal dus zijn om vanaf mei stapsgewijs te kunnen starten met de exit.

 

We moeten dus kijken naar:

  • De situatie van de scholen, maar ook meer in het algemeen van stages en jeugdbewegingen; De vraag over de vakantiekampen.
  • De geleidelijke heropening van bedrijven, winkels en op termijn natuurlijk ook van de horeca.

Maar dit niet alleen. Dit zijn natuurlijk maar voorbeelden.

En inderdaad, inderdaad, in overleg met de sectoren.

Het staat nu inderdaad al vast dat er tot en met 31 augustus geen massa-evenementen zoals festivals kunnen worden georganiseerd.

En ik preciseer dat deze bepaalde beslissing ook opgenomen is op vraag van de festivalorganisatoren.

De progressieve afbouw zal aan regels gebonden zijn, om ervoor te zorgen dat de situatie onder controle blijft. We zullen nog een tijdje met deze nieuwe beperkingen moeten leven. Jammer genoeg, maar het is zo.

Dat betekent bijvoorbeeld dat telewerk de voorkeur blijft hebben.

Mensen zullen op veilige afstand van mekaar moeten blijven. Dat is in het kader van de afbouw de beste bescherming tegen de verspreiding van het virus. 

Het dragen van een masker zal ook een belangrijke rol spelen. Inderdaad, heel belangrijk in de afbouw van de maatregelen.

Tot slot zal een grootschalige screening, maar ook het tracen van de contacten van de mensen die positief getest hebben, een essentiële pijler zijn in deze exit strategie. Op dat vlak hebben de deelstaten een belangrijke rol te spelen. Een essentiële rol te spelen.

De afbouw zal dus van dichtbij gemonitord moeten worden. En, zoals ik gisteren al zei, spreekt het voor zich dat als uit deze monitoring blijkt dat de beslissingen leiden tot een sterkere verspreiding van het virus, bijvoorbeeld omdat ze niet genoeg gerespecteerd worden, zouden ze te allen tijde geheel of gedeeltelijk teruggedraaid kunnen worden.

 

Mijnheer Hedebouw, u sprak over de sociaaleconomische gevolgen van de crisis en u kunt er zeker van zijn dat dit ons blijft mobiliseren.

Naast veel van de maatregelen die zijn genomen met betrekking tot de koopkracht van werknemers, wier bedrijf sluit of minder mogelijkheden heeft, zijn er ook faciliteiten om de bedrijven voldoende overeind te houden zodat ze zonder al te veel belemmeringen opnieuw kunnen starten - hetzij via nationale, hetzij via Europese mechanismen.

En hier, mijnheer Hedebouw, mogen we geen blinde kapitalistische steun voor bedrijven in zien. We moeten dit zien als steun voor de werknemers. Het is dramatisch dat deze werknemers hun job verliezen de dag dat deze bedrijven sluiten.  De kwestie van het herstel zal zich aandienen. En dit zal snel gebeuren, ze stelt zich nu al een beetje. Dan is er nog de begrotingskwestie. En we zijn het er hier allemaal over eens dat het een goede zaak is dat de begrotingskwestie zich vandaag niet stelt, omdat we te maken hebben met noodsituaties die we moeten aanpakken. Maar deze kwestie zal zich op een dag wel aandienen en ze zal belangrijk blijven.

Ik heb het al gezegd, ik herhaal het, ik heb het vanmorgen nog eens gezegd. Om over herstel te praten, om er op een stabiele manier over te praten, zullen we keuzes moeten maken, verstandige keuzes, maar ook keuzes die te maken hebben met politiek, politieke keuzes. En om deze keuzes zo stabiel mogelijk te maken en ons land voor de lange termijn op de rails te krijgen, blijf ik ervan overtuigd dat een regering met, ik herhaal, een parlementaire meerderheid, noodzakelijk is. Dat blijft mijn overtuiging. En inderdaad met voorafgaande discussies over degenen die de voorkeur geven aan belastingen, anderen die de voorkeur geven aan arbeidsflexibiliteit. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat de waarheid vaak, zo niet altijd, in het midden ligt.

Mijnheer De Smet, wat de specifieke categorie van artiesten betreft, zij hebben een speciaal regime. Om recht te hebben op werkloosheid moeten zij immers kunnen aantonen dat zij in de afgelopen twaalf maanden een bepaald aantal dagen hebben gewerkt. En we hebben beslist om in deze berekening geen rekening te houden met de huidige crisisperiode.

Dit betekent dat artiesten die vóór de crisis recht hadden op werkloosheid, daar tijdens de crisis nog steeds recht op hebben. Ik weet dat dat een kleine troost is voor artiesten, die zich openbaar willen uitdrukken en daar nood aan hebben. Ik hoop dat ze andere manieren kunnen vinden om dit te doen, zodat ze deze crisis op hun eigen manier en zonder al te veel belemmeringen kunnen doorstaan.