Toespraak van de eerste minister bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog in Ieper
Sire, mevrouw,
Dames en heren staatshoofden, koninklijke hoogheden, excellenties,
Dames en heren,
Na Nieuwpoort ontvangen wij u met vele emoties hier in Ieper. Ik waardeer uw aanwezigheid hier op deze historische plaats. Ik wil u bedanken, omdat u bent ingegaan op de uitnodiging van België om deze herdenkingsplechtigheden bij te wonen.
De Menenpoort is een belangrijke herdenkingsplaats van de Eerste Wereldoorlog in België. Dit monument is opgetrokken ter herinnering aan de soldaten van Groot-Brittannië en de Commonwealth die hier hebben gestreden en die nog vermist zijn. 55 000 namen van deze soldaten zijn in deze grote platen gegraveerd.
Maar dit monument volstond niet om hulde te brengen aan alle soldaten die geen bekend graf hebben gekregen. De namen van 35 000 anderen staan geschreven op de Tyne Cot-gedenkmuur, niet ver hier vandaan. Deze Menenpoort geeft uiting aan de verbintenis van de overlevenden, om ervoor te zorgen dat alle soldaten in vrede kunnen rusten en om een duurzaam monument te creëren, waarin de herinnering aan hun opoffering in steen gebeiteld staat. In 1927 schreef Field Marchal Lord Plumer ter gelegenheid van de inauguratie van dit monument: “They are not missing. They are here.” De inwoners van de stad Ieper huldigen de opoffering van deze soldaten door sinds 1928 elke avond om 20 uur de Last Post te spelen. Het is de dagelijkse uiting van dankbaarheid van de Ieperse bevolking en bij uitbreiding van alle Belgen.
Sire, mevrouw,
Dames en heren staatshoofden, koninklijke hoogheden, excellenties,
Dames en heren,
Het doel van België bij de organisatie van deze herdenkingen is veelvoudig. Eerst en vooral moet hulde worden gebracht aan de burgers en soldaten die in dit verschrikkelijke conflict geleden hebben, die gewond zijn geraakt of om het leven zijn gekomen. Families, mannen, vrouwen en kinderen overal ter wereld werden door ellende en rouw getroffen. Hun nagedachtenis eren we.
Honderd jaar geleden nam het conflict dat enkele weken eerder begonnen was, een andere wending. Het is vandaag de dag moeilijk om ons de inspanning, de wanhoop, de woede, het vertrouwen en de moed in te beelden, die deze soldaten keer op keer gedreven hebben en die hen tot aan de IJzer hebben gebracht, na weken intense strijd. Ze zullen hier jammer genoeg maar een korte adempauze vinden. Door deze vlakte onder water te zetten, gebruikten ze de natuur als schild tegen de meedogenloze aanval van de vijand.
Via jullie die hier jullie land vertegenwoordigen, wil ik hulde brengen aan de vele soldaten uit Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Azië en Oceanië die op onze vlaktes zijn komen strijden en die ongewild in een conflict zijn meegesleept, dat hun vreemd was. Hen wil ik bedanken. Hun plichtsbesef en trouw heeft hen ver van huis gebracht, en voor velen betekende dat de dood.
Deze nagedachtenis moet aan de komende generaties worden doorgegeven, dat is onze plicht. En de plechtigheden hier geven het onderzoek, de pedagogie en de analyse van de geschiedenis een nieuwe impuls: hoe kon het zo ver komen? Wie waren deze beleidsmakers en deze volkeren? Hoe is een reeks sinistere gebeurtenissen op zo’n drama kunnen uitlopen? En hoe kon dit drama worden beëindigd met een vrede die reeds de kiemen van een nieuwe oorlog in zich droeg?
Dat brengt ons ten slotte bij de lessen die we hieruit kunnen trekken. We kunnen het niet genoeg herhalen: vrede heeft een prijs, de mens moet erin investeren en offers brengen. Vrede is jammer genoeg geen verworven recht. Ze moet worden opgebouwd, onderhouden en voortdurend worden versterkt. De wereld van vandaag is in elk opzicht helemaal anders dan die van 1914. Door de evolutie op het vlak van technologie, wetenschap, onderwijs en tal van andere domeinen behoort het begin van de 20ste eeuw nu tot de wereld van gisteren. Nochtans zien we dingen die weerkeren. Eén ervan is de neiging van volkeren om te hervallen in onbegrip, misverstanden en maar al te vaak conflicten. Vandaag zien we tal van voorbeelden, op alle continenten, van conflicten en geweld die, bij ons allen, blindelings onze maatschappijen en waarden treffen.
Sire, mevrouw,
Dames en heren staatshoofden, koninklijke hoogheden, excellenties,
Dames en heren,
Ik onthoud uit dit alles dat vrede een constante inspanning vraagt die we voortdurend, overal en op alle niveaus moeten leveren. Het is een verbintenis die we zowel individueel als collectief moeten aangaan, zowel als gewone burger als als politieke verantwoordelijke. Wanneer woede, egoïsme of isolement de kop opsteken, is het goed te denken aan deze mannen en vrouwen die honderd jaar geleden hebben afgezien of om het leven zijn gekomen, op deze plek, in deze stad en op de vele slagvelden eromheen.
Ik dank u voor uw aanwezigheid en uw eerbetoon.