Persbericht

Evaluatie van het dreigingsniveau: de regering blijft waakzaam en vastbesloten

De Nationale Veiligheidsraad is op maandag 9 maart bijeengekomen. Deze Raad vergadert maandelijks onder het voorzitterschap van Eerste Minister Charles Michel.

 

Het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (OCAD) heeft de Nationale Veiligheidsraad zijn evaluatie ter zake bezorgd.

 

Het OCAD evalueert de dreiging op een niveau 2 maar met een bijzondere waakzaamheid en verlengt zijn evaluatie op niveau 3 voor bepaalde specifieke instellingen en bepaalde plaatsen.

De regering analyseert samen met de betrokken diensten het veiligheidsdispositief dat deze evolutie met zich meebrengt. De regering zal dit dispositief in de loop van deze week aanpassen. In afwachting daarvan blijft de militaire ontplooiing gehandhaafd.

Charles Michel, eerste minister : ”de regering blijft vastbesloten en waakzaam om de veiligheid van haar burgers te verzekeren.”

Jan Jambon, Vice-Premier en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken : « Het huidige niveau vergt nodig altijd de hoogste waakzaamheid. Het is belangrijk om op elk moment de veiligheid van onze burgers en instellingen te verzekeren. »

Ter herinnering, naast de ministers die Justitie, Defensie, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken binnen hun bevoegdheid hebben, maken ook de Vice-eersteministers die geen van deze bevoegdheden hebben deel uit van de Nationale Veiligheidsraad. De Regeringsleden die geen deel uitmaken van de Raad kunnen door de Eerste Minister worden uitgenodigd eraan deel te nemen voor het onderzoek van dossiers die hen in het bijzonder aanbelangen.

De administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, de chef van de Algemene Dienst inlichting en veiligheid, de commissaris-generaal van de Federale Politie, de directeur van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, de voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, een vertegenwoordiger van het College van procureurs-generaal en de federale procureur wonen de vergaderingen van de Raad bij wanneer de agenda hun aanwezigheid vereist.